Hierbij gaat het om formeel/organisatorische zaken die te maken hebben met gebruiksvriendelijkheid, uitvoerbaarheid, beoordeelbaarheid van het product, e.d.
In hoeverre geeft de inleiding de leerling een oriëntatie op de taak en een beeld van de context waarin die zich afspeelt?
Wordt de taak duidelijk beschreven met heldere specificaties voor het eindproduct (NB: deze specificaties moeten aansluiten bij de beoordelingscriteria van onderdeel 5)?
In hoeverre wordt duidelijk beschreven welke stappen de leerlingen moeten zetten om de taak uit te voeren? Afhankelijk van de soort taak en de doelgroep kan dit proces meer of minder gesloten van vorm zijn.
In hoeverre zijn informatiebronnen aanwezig en functioneel die nodig zijn om de taken uit te voeren? Dit kunnen zijn: in de TalenQuest aanwezige documenten, hyperlinks naar het World Wide Web, per e-mail op te vragen informatie, databases etc. Uiteraard zijn ook allerlei niet-digitale bronnen denkbaar.
Hoe uitvoerig en concreet worden de criteria aangegeven waarop de producten van de leerlingen en, als van toepassing, hun aandeel in het groepsproduct beoordeeld gaan worden, zodat ze daar van te voren rekening mee kunnen houden?
In hoeverre vraagt de TalenQuest van de leerlingen om te reflecteren op het proces, het geleerde, toepassingsmogelijkheden, etc. als de taak afgerond is?
Hoe uitvoerig wordt voor de docent relevante informatie gegeven, b.v. over de randvoorwaarden, het veronderstelde niveau van de doelgroep, een karakterisering van de leerling en de rol van de docent beschreven?
Deze criteria zijn ontleend aan actuele inzichten op het gebied van vreemdetaalverwerving.
Wordt er via de gepresenteerde bronnen veel en gevarieerd taalmateriaal aangeboden?
Is de taak en het daarbij te gebruiken materiaal (inhoudelijk) geschikt en aantrekkelijk voor de doelgroep?
In hoeverre past de moeilijkheidsgraad van het taalaanbod bij de doelgroep en/of zijn er voor de leerling hulpmiddelen ingebouwd om het taalmateriaal aan zijn niveau aan te passen?
In hoeverre maakt de taak het begrijpen van de inhoud van de doorgenomen informatie nodig?
In hoeverre stimuleert de taak leerlingen zich bewust te worden van bijzonderheden van de taalvorm in de aangeboden teksten en eventuele regelmatigheden daarin (zoals: woordvolgorde, gebruik van werkwoordstijden, uitgangen, meervouden, etc.)?
In hoeverre leidt de taak tot het gebruik van de doeltaal in diverse vormen van presentatie?
In hoeverre leidt uitvoering van de taak tot communicatie in de doeltaal tussen meerdere personen?
In hoeverre geeft de taak de leerlingen reden om d.m.v. compensatiestrategieën gebreken in hun kennis te compenseren (zoals: productieve communicatiestrategieën en/of receptieve raad- en voorspelstrategieën)?
Deze criteria zijn ontleend aan actuele inzichten op het gebied van ‘taskbased learning’, ‘co-operative learning’ en competentiegericht leren.
De puntentelling die tot het eindoordeel leidt is mede bepaald door een zekere voorkeur voor een taak- of probleemgestuurde onderwijsbenadering en het inzicht dat taalcompetentie zich eerder via inhoudelijk, betekenisvol handelen ontwikkelt dan via het systematisch inoefenen van aparte leerstofitems. U kunt daar andere ideeën over hebben. In dat geval kan zijn dat u, gegeven uw eigen voorkeuren en/of inschatting van uw leerlingen (beginners!!), de voorkeur zou geven aan TalenQuest die op de vragen 3, 13, 14 en 16-19 juist niet zo hoog scoren.